Is sprake van ter beschikking stellen van arbeidskrachten, dan mag ex art. 9a WAADI geen belemmering worden opgeworpen voor de werknemer die bij de inlener in dienst treed. Een concurrentiebeding is in die gevallen dus nietig.
Het begrip “ter beschikking stellen van arbeidskrachten” wordt in artikel 1 lid 1 sub c van de WAADI gedefinieerd als “het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid”.
Uit deze definitie zou kunnen worden afgeleid dat het toepassingsbereik van de WAADI ruimer is dan het traditionele uitzenden dat is gebaseerd op artikel 7:690 BW. De WAADI stelt immers niet als vereiste dat het ter beschikking stellen gebeurt “in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever”. Ook arbeidsrelaties van werkgevers die slechts incidenteel een werknemer uitzenden of detacheren zouden dus met het belemmeringsverbod te maken kunnen krijgen.
In de rechtspraak en literatuur wordt het toepassingsbereik van artikel 9a WAADI echter vaak beperkt tot de “echte uitzendrelaties”.
Een voorbeeld hiervan is de kantonrechter Arnhem die op 7 februari 2017 oordeelde dat art. 9a WAADI enkel van toepassing is op werknemers die specifiek in dienst zijn genomen teneinde te worden uitgeleend aan andere bedrijven en de uitgeleende werknemer onder toezicht en leiding van de inlener werkt(e).
Gelet op het feit dat voor deze beperktere uitleg in de wettekst geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden, ben ik van mening dat deze beperking onterecht is.
Update 14 april 2017
Op 14 april 2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat artikel 9a WAADI ook geldt voor de gevallen waarin de ex-werknemer wordt belemmerd om na zijn dienstverband als zzp’er aan de slag te gaan.
Wilt u meer weten? Neem dan contact op met advocaat mr. Nienke Sprengers.
Zie:
kantonrechter Arnhem; ECLI:NL:RBGEL:2017:1138
Hoge Raad; ECLI:NL:HR:2017:689
Comments are closed.