Je bent zwanger, of je wilt zwanger worden. Dan komt er een hoop op je af en je hebt vast veel vragen. Niet alleen over de zwangerschap zelf, maar ook over andere zaken zoals jouw werk. Wat betekent zwanger zijn voor jouw baan, wat mag je verwachten van jouw werkgever en wat zijn je rechten?
Op internet is veel informatie te vinden. Vaak is deze informatie echter versplinterd en niet up to date. In deze factsheet zijn de belangrijkste wettelijke arbeidsrechtelijke regels opgenomen waarmee jij (en jouw werkgever) vanaf het ontstaan van de kinderwens tot en met het ouderschapsverlof te maken krijgt (krijgen). Deze factsheet biedt dus een totaaloverzicht van alle wetgeving waarmee jij en jouw partner de komende tijd te maken krijgen. Let wel op: Soms is in bijvoorbeeld de cao of een bedrijfsreglement aanvullende afspraken opgenomen.
Deze factsheet volgt de chronologie van de zwangerschap met aan het slot aparte aandacht voor de positie van de partner en meerlingzwangerschappen.
Eén belangrijke kanttekening moet worden gemaakt: vaak blijkt het in de praktijk om praktische redenen moeilijk om aan de letter van de wet te voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat jouw werkgever wel een rust-/kolfruimte kan creëren, maar dat daarin geen rustbank of bed past. Ga dan met elkaar het gesprek aan en bekijk hoe een passende oplossing kan worden gevonden. Misschien past een comfortabele stoel wel? Of woon je bijvoorbeeld dicht bij het werk? Vraag dan of je naar huis mag om te rusten en/of te kolven.
1. Solliciteren/ verlengen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Mocht je nog geen baan hebben, dan is het goed te weten dat je bij het solliciteren niet hoeft te vertellen dat je zwanger bent/wilt worden en/of dat je borstvoeding geeft. Een potentiële werkgever mag hier niet naar vragen en als de vraag toch komt hoef je hier niet (naar waarheid) op te antwoorden.
Bovendien mag zwangerschap en/of het geven van borstvoeding geen reden zijn je niet aan te nemen, dan wel een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen. Gebeurt dit wel, dan is sprake van zwangerschapsdiscriminatie. Neem in dat geval contact op met een arbeidsrecht specialist, die kan je meer vertellen over jouw rechten.
2. Zwanger worden
Soms is om zwanger te worden een helpende hand nodig, in de vorm van een vruchtbaarheidsbehandeling. Hiervoor zijn vaak herhaalde bezoeken aan de specialist noodzakelijk. Soms lukt het niet deze allemaal buiten werktijd in te plannen. Bovendien is een vruchtbaarheidsbehandeling belastend voor jou en jouw partner.
Het verdient dus aanbeveling om, zodra bekend is dat een vruchtbaarheidsbehandeling zal gaan plaatsvinden, afspraken te maken met de werkgever. Is het bijvoorbeeld mogelijk gedurende de behandeling een aanpassing van de werktijden en/of de werkzaamheden af te spreken? Ook is het goed af te spreken in hoeverre collega’s worden ingelicht. Jouw werkgever mag jouw collega’s niet informeren zonder jouw toestemming.
Voor de medische afspraken die redelijkerwijs niet buiten werktijd gepland kunnen worden, hoeven jij én jouw partner geen vrije dagen op te nemen. Jullie hebben namelijk beide op grond van de Wet (WAZO) recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, met behoud van loon. Dit is een minimumregel. In sommige cao’s zijn aanvullende afspraken gemaakt voor noodzakelijke doktersbezoeken.
Mocht je als gevolg van de behandeling vanuit medisch oogpunt niet meer in staat zijn om te werken, dan mag jij je ziekmelden. Sowieso is ziekmelden geoorloofd in het kader van een ivf-behandeling op de dag van de punctie en/of op de dag van de embryoterugplaatsing.
3. Zwanger aan het werk
En dan ben je zwanger! Uitgangspunt van alle regelgeving is dat de werkgever verplicht is om jouw gezondheid en die van jouw (ongeboren) kind zo goed mogelijk te beschermen. Doel is dat tijdens de zwangerschap en de periode dat borstvoeding wordt gegeven jij zoveel mogelijk jouw eigen werk kan blijven doen, in jouw eigen functie en op jouw eigen werkplek.
Wanneer melden?
De wet bepaalt dat je uiterlijk 3 weken voor de ingang van het zwangerschapsverlof bij jouw werkgever moet melden dat je zwanger bent. Dit is dus uiterlijk 7 weken voor de uitgerekende datum. Het is verstandig je werkgever al veel eerder op de hoogte te stellen. Er ontstaat namelijk pas recht op de wettelijke bescherming tijdens zwangerschap nadat de werkgever is geïnformeerd.
Jouw werkgever zal vragen om een zwangerschapsverklaring met daarop de vermoedelijke bevaldatum. Deze kan je opvragen bij jouw verloskundige of gynaecoloog.
Informatieplicht werkgever
Jouw werkgever is verplicht je binnen twee weken nadat je hebt gemeld dat je zwanger bent te informeren over de volgende onderwerpen:
- de mogelijke gevaren van het werk voor jou en jouw (ongeboren) kind tijdens de zwangerschap en de borstvoeding;
- de maatregelen om deze gevaren te voorkomen/ beperken;
- de aanpassing van de werk- en rusttijden;
- de arbeidsvoorwaardelijke consequenties;
- de afsluitbare rustruimte.
Jouw werkgever is verder verplicht de arbeidsrisico’s met jou te bespreken en aan jou een kopie van de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) te verstrekken. In de RI&E is vastgelegd welke risico’s er in verband met het werk zijn voor jou en je (ongeboren) kind, zowel tijdens de zwangerschap als gedurende de periode dat je borstvoeding geeft.
De rustruimte
Zowel tijdens jouw zwangerschap als gedurende de borstvoedingsperiode moet op het werk een rustruimte beschikbaar zijn. Voor de rustruimte geldende de volgende randvoorwaarden:
- De ruimte moet van binnenuit afgesloten kunnen worden;
- De ruimte moet hygiënisch zijn;
- De ruimte moet voldoende privacy bieden;
- De ruimte moet geschikt zijn om uit te rusten;
- In de ruimte moet een (opvouwbaar) bed of een rustbank staan;
- Er moet voldoende verse lucht en voldoende voorzieningen voor klimaatbeheersing zijn;
- Er mogen geen risico’s zoals gevaarlijke stoffen en verontreinigingen zijn.
4. Arbeidstijden, inrichting van het werk en de arbeidsplaats
De meeste regels die gaan over de arbeidstijden, de inrichting van het werk en de arbeidsplaats die gelden gedurende de tijd dat je zwanger bent, zijn ook van toepassing op de periode dat borstvoeding wordt gegeven, ongeacht de duur van deze periode. Voor zover sprake is van een afwijkende geldigheidsduur wordt dat hierna vermeld.
Arbeidstijden
Zolang je zwanger bent en tot 6 maanden na de bevalling heb je recht op aanpassing van de arbeids- en rusttijden.
Dit houdt in dat je recht hebt op:
- Extra pauzes (tot 1/8 van de arbeidstijd) bovenop de reguliere pauzes;
- Regelmatige arbeids- en rusttijden;
- Maximaal 10 uur arbeid per dienst en maximaal gemiddeld 50 uur arbeid per week in een periode van 4 weken en maximaal gemiddeld 45 uren arbeid per week per periode van 16 weken;
- Vrijstelling van overwerk of nachtdiensten, tenzij jouw werkgever aannemelijk kan maken dat hieraan redelijkerwijs niet (volledig) kan worden voldaan;
- Het ondergaan van de nodige zwangerschapsonderzoeken onder werktijd. Hiervoor mag geen loon of een verlofdag worden ingehouden.
Van deze regels mag zonder jouw instemming niet ten nadele van jou worden afgeweken.
Het werk en de inrichting van de arbeidsplaats
Jouw werkgever is verplicht het werk tijdens de zwangerschap en de borstvoeding zo te organiseren dat dit geen schadelijke gevolgen heeft voor jou(w zwangerschap), jouw (ongeboren) kind en de borstvoeding.
Is sprake van risico’s? Dan schrijft de wet voor welke maatregelen moeten worden genomen:
- De risico’s moeten worden weggenomen binnen de eigen functie en de eigen werkplek;
- Het werk en/of de werk- en rusttijden moeten worden aangepast;
- Er moet gezocht worden naar ander werk;
- Je moet tijdelijk (geheel of gedeeltelijk) worden vrijgesteld van het verrichten van de arbeid.
Deze volgorde van maatregelen moet aangehouden worden. Een volgende maatregel mag pas worden genomen, als een eerdere maatregel redelijkerwijs niet mogelijk of ontoereikend is.
Er zijn 4 harde regels wat betreft werkzaamheden die in geen geval van jou mogen worden gevraagd; zij leveren een te groot gezondheidsrisico op. Verboden zijn werkzaamheden waardoor je:
- Wordt blootgesteld aan lood(-verbindingen);
- Wordt blootgesteld aan Toxoplasma (Kattenziekte) en het Rubellavirus (Rodehond);
- Werkt onder overdruk (denk bv aan duiken);
- Werkt in de ondergrondse winning industrie.
Deze werkzaamheden mag je weigeren, hieraan mogen geen consequenties worden verbonden.
Ook voor tillen, hurken, knielen, bukken, etc. gelden gedurende de tijd dat je zwanger bent en tijdens de borstvoeding extra regels. In de wet zijn de volgende werkzaamheden verboden:
- Dagelijks meer dan eenmaal per uur hurken, knielen, bukken of staande voetpedalen bedienen tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap;
- Meer dan 10 kilo in één handeling tillen tijdens de hele periode dat je zwanger bent en tot 3 maanden na de bevalling;
- Meer dan 10 keer per dag gewichten van meer dan 5 kilo tillen vanaf de 20ste week van de zwangerschap;
- Meer dan 5 keer per dag gewichten van meer dan 5 kilo tillen vanaf de 30ste week van de zwangerschap.
Overige voorwaarden waaraan het werk op basis van de Arbowet moet voldoen zijn:
- Als je zwanger bent mag je niet worden blootgesteld aan sterke lichaamstrillingen of schokken.
- Voorts mag je niet worden blootgesteld aan een geluidsniveau boven de 80 dB(A).
- Voorkomen moet worden dat je wordt blootgesteld aan andere gevaarlijke stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, zoals kankerverwekkende stoffen.
Ben je van mening dat jouw werk niet aan de in dit hoofdstuk genoemde randvoorwaarden voldoet, ga dan in gesprek met jouw werkgever. Kom je er samen niet uit, neem dan contact op met de bedrijfsarts of een arbeidsrecht specialist.
5. De verschillende verloven
Rond jouw zwangerschap heb(ben) jij (en jouw partner) recht op de diverse soorten verlof:
- Calamiteiten en kortdurend zorgverlof (§1 en 9)
- Zwangerschapsverlof (§6)
- Bevallingsverlof (§6)
- Betaald ouderschapsverlof (§10)
- Onbetaald ouderschapsverlof (§10)
6. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof
Dit verlof bestaat uit een deel zwangerschapsverlof (het verlof tot en met de dag van de bevalling) en een deel bevallingsverlof (het verlof na de bevalling). Het totale verlof duurt minimaal 16 weken. (Voor de regels die gelden voor het (betaald) ouderschapsverlof, zie paragraaf 9).
Zwangerschapsverlof
Het zwangerschapsverlof begint 4 tot 6 weken voor de vermoedelijke datum van bevalling. De exacte ingangsdatum mag je zelf bepalen. Werk je door tot na 4 weken voor de uitgerekende datum? Dan riskeert jouw werkgever een boete van de Inspectie SZW.
Let erop dat de dag waarop je bevalt nog hoort bij het zwangerschapsverlof. Het bevallingsverlof begint de dag ná de bevalling.
Bevallingsverlof
Uiterlijk binnen 2 dagen na de bevalling moet je bij jouw werkgever melden dat jouw kind is geboren. Het bevallingsverlof duurt 10 tot 12 weken, afhankelijk van de duur van het zwangerschapsverlof.
Bijzondere situaties
Er kunnen zich verschillende situaties voordoen die gevolgen hebben voor de totale duur van het verlof:
- Je bevalt 6 weken (of meer) te vroeg: Vanaf de datum van bevalling heb je recht op 16 weken verlof.
- Je bevalt te vroeg, binnen de periode van 6 weken voor de uitgerekende datum: Het zwangerschapsverlof wijzigt niet en ook het bevallingsverlof eindigt op de geplande datum, bijvoorbeeld 10 weken na de uitgerekende datum, wanneer je 6 weken voor die tijd met verlof bent gegaan. Je hebt dus nog enige tijd zwangerschapsverlof terwijl je al bevallen bent.
- Je bevalt na de uitgerekende datum: De periode van het zwangerschapsverlof wordt verlengd met de dagen dat je later bevalt. Aan de duur van je bevallingsverlof verandert niets. Deze dagen komen dus bovenop de totale verlofperiode van 16 weken.
- Ziekenhuisopname kind (couveuseregeling): Wordt jouw kind om medische redenen opgenomen in het ziekenhuis? Dan wordt het bevallingsverlof verlengd met de duur van de opname vanaf de 8ste dag tot maximaal 10 weken.
Deeltijd bevallingsverlof
Gedurende de eerste 6 weken (42 dagen) na de bevalling mag je in het geheel niet werken. Ga je in deze periode wel aan het werk? Dan riskeert jouw werkgever een boete van de Inspectie SZW. Na 6 weken voltijds bevallingsverlof kan je ervoor kiezen om het resterende verlof in deeltijd op te nemen. De totale verlofduur blijft hetzelfde, alleen neem je het gespreid op over een periode van maximaal 30 weken.
Een verzoek voor deeltijd bevallingsverlof moet uiterlijk 3 weken na de bevalling bij de werkgever worden ingediend. Een later ingediend verzoek hoeft de werkgever niet in behandeling te nemen. De werkgever moet binnen 2 weken op het verzoek reageren en kan het verzoek alleen afwijzen in geval van zwaarwegende bedrijfsbelangen. Dit is in de praktijk maar heel soms het geval.
Hoe jij het flexibele deel van jouw bevallingsverlof opneemt (een paar dagen per week of een poosje niet en dan weer wel), dat bepaal jij zelf. Jouw werkgever mag jou het gewenste verlof alleen weigeren als zwaarwegende bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten. In de praktijk is dit vrijwel nooit het geval.
Het inkomen tijdens het verlof
Gedurende het hele zwangerschaps- en bevallingsverlof heb je recht op een Ziektewetuitkering van 100% van jouw (maximum) dagloon. Meestal wordt deze uitkering door het UWV uitbetaald aan de werkgever die dit verrekent met het loon dat aan jou wordt doorbetaald. Wanneer jouw loon meer bedraagt dan het maximum dagloon, kan jouw werkgever de uitkering aanvullen, vrijwillig of bijvoorbeeld op basis van de cao of een individuele afspraak. Er bestaat voor de werkgever geen algemene wettelijk verplichting het loon tijdens het verlof aan te vullen.
Welk loon?
In de eerste plaats is het van belang te benoemen dat bij de berekening van de hoogte van de Ziektewetuitkering tijdens het verlof ook inkomenscomponenten zoals een ploegentoeslag, overwerkvergoedingen en bonussen meetellen. Het UWV berekent het dagloon (en dus de uitkering) op basis van het sv-loon tijdens het dienstverband waarin het verlof begint. Gekeken wordt naar een periode van 1 jaar, die eindigt op de laatste dag van de voorlaatste maand of 4 weken voorafgaand aan de dag waarop het zwangerschapsverlof begint. Het gemiddelde loon over deze referteperiode vormt de basis voor de door het UWV toe te kennen uitkering.
Andere inkomenscomponenten
Of je tijdens het verlof ook recht hebt op doorbetaling van andere inkomenscomponenten zoals een bonus, 13de maand, winstdeling, leaseauto etc. kan niet in algemene zin worden beantwoord. Doorslaggevend is of de beloning als loon kan worden gekwalificeerd. Dit hangt weer af van de vraag hoe een en ander in de cao of jouw arbeidsovereenkomst exact is geregeld.
De opbouw van vakantierechten en het pensioen loopt tijdens het verlof gewoon door.
Op welk loon je recht hebt en of je ook recht houdt op andere inkomenscomponenten is juridisch gezien dus een ingewikkelde kwestie. Heb je vragen over het loon dat jouw werkgever tijdens jouw verlof betaalt? Neem dan contact op met een arbeidsrecht specialist.
Ziek voorafgaand aan of aansluitend op het zwangerschaps- en bevallingsverlof
Wordt je ziek als gevolg van de zwangerschap of de bevalling, dan kom je in aanmerking voor een uitkering van het UWV. Dit is of een Ziektewetuitkering of een zwangerschapsuitkering (WAZO) gebaseerd op jouw (maximum) dagloon. In de praktijk houdt dit doorgaans in dat het loon door de werkgever wordt doorbetaald (100 %), terwijl het UWV een bedrag uitbetaalt aan de werkgever. Ziekte tijdens het verlof heeft geen invloed op de uitkering die je op dat moment reeds ontvangt.
Ben je ziek om een andere reden, die niets met het zwanger zijn of de bevalling te maken heeft? Dan gelden de gewone regels omtrent ziekte, met uitzondering van de periode van 6 tot 4 weken voor de uitgerekende datum; voor deze ziektedagen kan de werkgever ongeacht de oorzaak van de ziekmelding, een Ziektewetuitkering bij het UWV aanvragen.
Ben je ziek in de periode tussen 6 en 4 weken voor de uitgerekende datum? Dan komen deze dagen in mindering op het totale verlof.
Je bent na een ziekmelding in deze periode overigens niet verplicht het zwangerschapsverlof vervroegd in te laten gaan; stel je meldt je ziek vanwege griep maar na een paar dagen voel jij je weer in staat om te werken, dan kan jij je beter melden en doorwerken tot uiterlijk 4 weken voor de uitgerekende datum. Soms is het echter verstandig om je zwangerschapsverlof wel eerder te laten ingaan. Overleg dit met je verloskundige of gynaecoloog.
7. Na het zwangerschaps- en bevallingsverlof
In de eerste plaats heb je na het verlof recht op terugkeer in jouw eigen functie.
Borstvoeding/kolven
Gedurende 9 maanden na de bevalling heb je tot maximaal een kwart (¼) van de arbeidstijd het recht jouw werk zo vaak en zo lang als nodig is te onderbreken voor het geven van borstvoeding of om te kolven. De werkgever moet hiervoor een geschikte ruimte ter beschikking stellen. De tijd die nodig is voor de borstvoeding/het kolven moet worden doorbetaald.
Je kan er ook voor kiezen om in plaats van of naast het kolven jouw kind naar het werk te laten brengen voor het voeden. Wil je het werk verlaten om ergens anders te kolven of om naar jouw kind toe te gaan voor een voeding? Dan heb je hiervoor toestemming van de werkgever nodig.
In paragraaf 2 is al uiteengezet waaraan de kolfruimte dient te voldoen. In paragraaf 3 kan je teruglezen welke regels tijdens de borstvoeding gelden inzake de arbeidstijden, de inrichting van het werk en de arbeidsplaats.
8. Ontslagbescherming
Gedurende de totale periode van het verlof, en tot zes weken hierna, kan de werkgever je in beginsel niet ontslaan. Deze periode wordt verlengd als sprake is van een medische complicatie bij de zwangerschap of bevalling en je daardoor langer verlof geniet. Een arbeidsovereenkomst kan buiten deze periode bovendien nooit worden beëindigd om een reden die verband houdt met jouw zwangerschap(swens).
Besluit je zelf om na het verlof om te stoppen met werken, dan heb je geen recht op een WW-uitkering. Dit is alleen anders, wanneer je kan aantonen dat je ondanks jouw inspanningen geen opvang voor jouw kind(eren) hebt kunnen vinden.
9. Rechten van de partner
Calamiteiten- en kortdurend zorgverlof
In paragraaf 1 is reeds uiteengezet dat ook de partner in het kader van de vruchtbaarheidsbehandeling recht heeft op calamiteiten- en kortdurend zorgverlof met behoud van loon.
Ook wanneer het voor jouw partner noodzakelijk is tijdens de zwangerschap of daarna jou te begeleiden in het kader van bezoeken aan de verschillende specialisten, kan met behoud van loon calamiteiten
of kortdurend zorgverlof worden opgenomen.
Tot slot heeft jouw partner recht op calamiteiten- of kortdurend zorgverlof met behoud van loon voor de tijd die gemoeid is met de bevalling.
Overgang bevallingsverlof naar de partner
De wet bepaalt dat indien tijdens het bevallingsverlof de vrouwelijke werknemer overlijdt, haar partner, mits deze ook werknemer is, recht heeft op het resterende bevallingsverlof met behoud van loon.
Geboorteverlof (kraam-/partnerverlof)
Na de bevalling heeft jouw partner recht op geboorteverlof met behoud van salaris. De duur van dit verlof is gelijk aan éénmaal het aantal arbeidsuren per week. Het gaat om de arbeidsuren zoals afgesproken in de arbeidsovereenkomst. Eventueel ouderschapsverlof dat al wordt opgenomen, telt dus niet mee.
Het geboorteverlof kan door jouw partner in de eerste 4 weken na de bevalling worden opgenomen. Aanvragen van dit verlof mag schriftelijk en mondeling. De werkgever kan het opnemen van het geboorteverlof niet weigeren.
Is jullie kind geboren op of na 1 juli 2020? Dan kan jouw partner ook aanspraak maken op maximaal 5 weken aanvullend geboorteverlof. Over deze periode ontvangt jouw partner een uitkering ter hoogte van 70% van het dagloon, tot maximaal 70% van het maximumdagloon. Deze uitkering wordt toegekend door het UWV en uitbetaald via de werkgever van jouw partner. Dit aanvullend geboorteverlof moet 4 weken van tevoren schriftelijk bij de werkgever worden aangevraagd.
Opnemen van het geboorteverlof kan in één keer of verspreid gedurende de eerste 6 maanden na de bevalling. Voorwaarde is wel dat jouw partner eerst het basis geboorteverlof van eenmaal het aantal werkuren per week opneemt.
Ook moet jouw partner mag zelf bepalen hoe het geboorteverlof wordt opgenomen (aaneengesloten of verspreidt over een langere periode). Minder dan 5 weken aanvullend geboorteverlof opnemen is ook mogelijk. De werkgever mag het opnemen van het geboorteverlof niet weigeren, wel kan hij een andere invulling voorstellen op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
10. Ouderschapsverlof
Tot het moment waarop jouw kind 8 jaar wordt kunnen jij en jouw partner beide ouderschapsverlof opnemen. Het aantal uren verlof waarop jullie elk ten hoogste recht hebben bedraagt 26 keer de arbeidsduur per week (let op: het gaat hier om de contractuele arbeidsuren. Als je al ouderschapsverlof geniet voor een ander kind, dan telt dat dus niet mee voor het berekenen van het nieuwe verlof). Jullie mogen zelf bepalen hoe (voltijd/deeltijd) en wanneer het verlof wordt opgenomen.
Het voordeel van ouderschapsverlof is dat je na afloop hiervan recht hebt op je oude aantal uren. Bovendien wordt bij de berekening van diverse rechten, zoals de bij ontslag verschuldigde transitievergoeding of het geboorteverlof het ouderschapsverlof buiten beschouwing gelaten. Ditzelfde geldt voor bijvoorbeeld de berekening van een eventuele WW-uitkering na ontslag.
Het verzoek tot het opnemen van ouderschapsverlof moet je tenminste 2 maanden van tevoren schriftelijk bij jouw werkgever indienen. Jouw werkgever moet 4 weken voor de beoogde ingangsdatum aangeven of het verzoek wordt toegestaan. Soms kan een werkgever, op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen, een andere invulling van het ouderschapsverlof voorstellen. Uit de rechtspraak blijkt dat een werkgever jou niet kan verbieden ouderschapsverlof op te nemen.
De beloning tijdens ouderschapsverlof
Met ingang van 2 augustus 2022 geldt dat van het totale ouderschapsverlof van 26 weken, gedurende 9 weken een deel van het loon wordt doorbetaald.
De volgende voorwaarden gelden voor het betaald ouderschapsverlof:
- Het betaald geboorteverlof kan alleen worden opgenomen in het eerste levensjaar van jullie kind.
- De looptijd van het betaald geboorteverlof bedraagt minimaal het aantal uren van 1 werkweek en maximaal het aantal uren van 9 werkweken.
- Het loon dat wordt doorbetaald bedraagt tenminste 70% van het maximum dagloon (werkgever kan aanvullen op basis van individuele afspraken of bijvoorbeeld de cao). Voor de aanvulling van 70% kan de werkgever een vergoeding aanvragen bij het UWV.
- Het verlof kan in één keer achter elkaar worden opgenomen of flexibel gedurende een langere periode.
- Recht op het betaald ouderschapsverlof bestaat ook als jullie kind voor 2 augustus 2022 is geboren maar op die datum nog geen jaar oud was.
- Niet als betaald ouderschapsverlof opgenomen weken mogen als onbetaald ouderschapsverlof worden opgenomen.
- De opbouw van vakantierechten loopt tijdens het betaald ouderschapsverlof gewoon door.
Na dat je het betaalde deel van het ouderschapsverlof hebt opgenomen kan je nog maximaal 15 weken onbetaald ouderschapsverlof opnemen. Onbetaald houdt in dat het loon pro rata (naar verhouding tot de uren waarvoor ouderschapsverlof wordt opgenomen) tijdelijk naar beneden wordt bijgesteld.
Over de uren dat je onbetaald ouderschapsverlof opneemt bouw je geen vakantierechten op. Bovendien kunnen sommige andere beloningscomponenten zoals een bonusregeling, winstdeling, leaseauto, etc. pro rata worden berekend. Dit laatste hangt af van hetgeen hierover in de cao of jouw arbeidsovereenkomst is afgesproken.
11. Zwanger van een meerling
Ben je in verwachting van een meerling? Dan geldt (sinds 1 april 2018) in aanvulling op het bovenstaande het volgende:
- Minimale verlofduur wordt 20 weken.
- Het zwangerschapsverlof vangt aan 10 tot 8 weken voor de dag na de uitgerekende datum. Beval je eerder dan de uitgerekende datum? Dan worden alle gemiste zwangerschapsverlofdagen opgeteld bij het bevallingsverlof.
- Na de bevalling duurt het verlof minimaal 10 weken en maximaal 12 weken. Dit is afhankelijk van het moment dat je met zwangerschapsverlof gaat. Beval je na de uitgerekende datum? Dan blijft het bevallingsverlof minimaal 10 weken. De dagen die je later bevalt, worden bij het verlof opgeteld.
- Ben je ziek in de periode tussen 10 en 8 weken voor de uitgerekende datum en ben je nog niet met verlof? Dan telt het UWV deze dagen toch als zwangerschapsverlof. Deze dagen worden dus niet meer bij het bevallingsverlof opgeteld.
- Het ouderschapsverlof geldt per kind. Je mag de ouderschapsverloven waar je per kind recht op hebt dus bij elkaar optellen. Dit geldt ook voor het betaalde deel van het ouderschapsverlof.
Deze factsheet werd opgesteld door:
mr. Nienke Sprengers, Advocaat / Attorney-at-law
Comments are closed.